Een goed zadel, hoe zit dat nu?

Geen fietser is dezelfde. Sommige rijden met hun ros dagelijks naar het werk, andere malen enkel kilometers in het weekend en nog andere trekken er elk verlof op uit voor een deugddoende fietsvakantie. Voor elk type fietser is er ook een specifiek zadel dat past bij zijn of haar behoeften. In dit handig overzicht zetten we ze op een rij.

Het eerste onderscheid dat je kan maken tussen fietszadels is gebaseerd op het sportieve doel van je fietstocht. Op stadsfietsen worden namelijk doorgaans andere zadels gemonteerd dan op bijvoorbeeld mountainbikes. De stadsfietsen zie je het vaakst in het straatbeeld, ook onder de e-bikes is dit het meest voorkomende type fiets. De zadels op een citybike zijn breder dan die van sportievere modellen, maar wel korter.

Rechtop versus voorovergebogen

Naast het doel van je fietstocht speelt ook je zithouding een rol bij het kiezen van het juiste zadel. Meestal zijn beide aspecten verbonden met elkaar. Zo zal een wielertoerist of mountainbiker meer over zijn stuur leunen dan een berijder van een stadsfiets. De stadsfietser zet door zijn houding vooral druk op de billen tijdens het fietsen. Daarom is voor wie rechtop zit op de fiets een zacht zadel aan te raden met een brede achterkant. Let er wel op dat je zadel niet helemaal doorzakt, ook dan kan je namelijk last krijgen van zadelpijn.

Op trekkingfietsen vind je doorgaans iets smallere zadels dan op een stadsfiets. De perfecte houding om langere afstanden te rijden – waarvoor trekkingfietsen gemaakt zijn – is licht voorovergebogen. Je verdeelt de druk dan over je polsen en je zitbotjes door zowel op je stuur als op je zadel te steunen. De billen worden minder belast. Over het algemeen is de kans op zadelpijn bij trekkingfietsen het kleinst, en dat is maar goed ook. Je wilt je fietsvakantie niet laten vergallen door een geknelde zenuw tussen je benen.

De sportieve fietser ten slotte, rijdt best op een smal en lang zadel. Wie op een koersfiets of mountainbike fietst zet vooral druk op de polsen en geslachtsdelen. Een zacht zadel is dan compleet overbodig. De billen raken het zadel namelijk op een veel kleinere oppervlakte. Eventuele zadelpijn kan je verhelpen door sportbroeken te dragen met een zeem in.

Gel versus schuim (of toch leer?)

Ook het materiaal van je zadel kan een invloed hebben op je keuze voor een bepaald zadel. Er bestaan ruwweg drie verschillende zadels: gelzadels, schuimzadels en lederen zadels. Gelzadels vind je op het merendeel van de stadsfietsen terug. Voor de meeste fietsers voldoet dit type zadel. Ze bieden veel comfort, maar kunnen ook warm worden door de wrijving. Voor langere afstanden zijn ze dus minder geschikt. Een zadel met memory foam is voor vakantiefietsers een beter alternatief. Zogenaamde schuimzadels zijn iets duurder in aankoop, maar maken het prijsverschil goed omdat het schuim zich naar je zitvlak vormt. Dat doen ook lederen zadels, zij het op veel langere termijn. Lederen zadels worden tegenwoordig minder gebruikt dan de synthetische gel- en schuimzadels, maar hebben dus zeker hun voordeel. Je dekt een lederen zadel wel best af met een zadelhoes om waterschade te voorkomen.

Meten is weten

Om het perfecte zadel voor jouw zitvlak te vinden, meet je best de afstand tussen je zitbotjes. Je kan dat makkelijk thuis nagaan door op een stuk golfkarton te gaan zitten. Zet voldoende druk, zodat je afdrukken maakt van je zitbotjes in het karton. Vervolgens zet je een kruisje in het midden van de afdrukken en meet je de afstand tussen de kruisjes. Dat is de afstand tussen je zitbotjes.

Voor een koersfiets ken je dan meteen de juiste breedte voor je zadel. Die is namelijk dezelfde als de afstand tussen je zitbotjes. Voor een stadsfiets tel je daar maximaal 5 centimeter bij om de breedte van je zadel te bekomen.

Deel dit artikel

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Lees ook

Lees onze magazine digitaal